Ronald Naar
Klimmen, op zoek naar evenwicht
Nieuwsgierigheid en niets anders heeft me naar de bergen gedreven.
Pas na verloop van tijd hebben de bergen de betekenis gekregen
die ze nu voor me hebben. Was het bergklimmen aanvankelijk een
wat excentriek tijdverdrijf, later werd het een onderdeel van
mijn bestaan. Mijn leven in Nederland was niet meer te scheiden
van de periodieke 'uitstapjes' naar de bergen. En omgekeerd. Ze
verkeren in hachelijk evenwicht met elkaar. Dit alles besefte
ik tijdens een werkvakantie aan de Spaanse Costa Blanca. Schrijvende
aan dit boek, ver weg van alle alpinistische contreien, liet de
aantrekkingskracht van het gebergte me niet met rust. Een twaalfhonderd
meter hoge rotskam in het binnenland, die ik vanuit alle richtingen
kon bewonderen, begon me na verloop van tijd aan te trekken en
ik had geen rust voor ik de top had beklommen.
Net zoals ik op een dag de berg ontdekte, deed ook 'de mens'
dat, nu alweer honderdvijftig jaar geleden. Sindsdien heeft 'hij'
zich vaak afgevraagd waarom hij door het hooggebergte wordt aangetrokken.
'Omdat ze er zijn!', antwoordde de Britse alpinist Mallory. En
veel bergklimmers hebben sindsdien zichzelf verloochend door deze
uitspraak te citeren. Want beklimmen we inderdaad bergen omdat
ze er zijn? Ik geloof het niet. De bergen zijn er al miljoenen
jaren, maar de mens beklimt ze pas honderd jaar op de manier zoals
we die heden ten dage kennen. We beklimmen de bergen omdat wij
er zijn. De mens die de top beklimt geeft het alpinisme gestalte,
niet de berg.
In dit boek heb ik getracht die ene mens, die hier zijn belevenisse]
vertelt, te schetsen in relatie tot de berg. In ruimere zin schilder
ik hier misschien de 'Nederlandse bergbeklimmer' ten opzichte
van het beleven van de ber gen, die hij in zijn natuurlijke woonomgeving
niet kent.
Nederlandse alpinisten zouden er eigenlijk niet mogen zijn. Maar
toch zijn ze er. En de laatste jaren doen ze steeds meer van zich
spreken. De eerste Nederlandse beklimming van de Eiger-noord wand,
de expeditie naar de Istor-o-Nal in de Chitrali Hindukush, de
expeditie naar de 'onmogelijke berg' Chacraraju en de vier-mans-expeditie
naar de achtduizender Nanga Parbat: al deze ondernemingen van
Nederlanders zijn de afgelopen vijf jaar voorpaginanieuws geweest.
En omdat ik de eer heb gehad bij al deze gebeurtenissen betrokken
te zijn geweest, ben ik overgegaan tot het beschrijven van mijn
avonturen en de achtergronden ervan. Ik heb getracht weer te geven
hoe een avontuurlijk ingestelde plattelandsbewoner zich heeft
ontwikkeld tot bergbeklimmer. Deze ontwikkeling is tekenend voor
de situatie waaronder Nederlandse bergbeklimmers zich ontplooien,
maar het is niet zo dat de opvattingen die ik in de loop der tijd
over het bergklimmen heb gekregen ook tekenend zijn voor die van
Nederlandse bergklimmers. Eerder het tegendeel is het geval. De
volledigheid vraagt dit hier op te merken.
Dit boek bestaat uit twee delen: het eerste deel verhalen over
mijn eigen belevenissen in de bergen, terwijl het tweede deel
een verzamelling opstellen is die door deskundigen is geschreven
en die hier dient als ondersteuning van de tekst.