comparatieve kostenvoordelen
De theorie van de comparatieve (of relatieve) kostenverschillen
is ontwikkeld door de Britse econoom David Ricardo
(1772-1823). Met behulp van een cijfervoorbeeld dat uitgaat
van twee landen die elk twee goederen produceren kan deze
theorie worden toegelicht. In tabel 1 is aangegeven hoeveel
eenheden arbeid Engeland en Portugal elk nodig hebben om
een eenheid wijnl of een eenheid kleding te produceren.
Aangenomen wordt dat voor beide producties uitsluitend arbeid
nodig is. De ruilverhouding in elk van beide landen is gebaseerd
op de hoeveelheid arbeid die voor de producten moet worden
ingezet.
Engeland |
portugal |
|
kleding | 50 |
40 |
wijn | 25 |
10 |
binnenlandse ruilverhouding |
1 :2 |
1 : 4 |
Tabel 1: Aantal uren arbeid nodig voor de productie van
één eenheid product.
Uit tabel 1 blijkt dat Portugal in zowel wijn als kleding
efficiënter kan voortbrengen dan Engeland. Op het eerste
gezicht heeft Portugal er niets bij te winnen om handel
te drijven met UK. Maar nader onderzoek leert dat
zowel Engeland als Portugal beter af zijn als zij zich specialiseren
op een van de twee producten en overgaan tot onderlinge
handel. Het maken van een eenheid kleding is in Engeland
twee keer zo duur als het maken van een eenheid wijn. De
prijs van een eenheid kleding is daarom twee wijn. In Portugal
is het voortbrengen van kleding vier keer zo duur als het
maken van wijn. Daar is de prijs van een eenheid kleding
vier wijn.
Voor Portugese consumenten zou het daarom interessant zijn hun kleding niet in Portugal, maar in Engeland te kopen voor een prijs van minder dan vier wijn. De Engelse kledingproducent ontvangt per eenheid kleding een prijs van twee wijn. Voor hem is het aantrekkelijk zijn kleding in Portugal af te zetten tegen een prijs van meer dan twee wijn.
Voor het andere product, wijn, geldt de omgekeerde redenering. Engelse consumenten moeten in Engeland een halve eenheid kleding neertellen voor een eenheid wijn. In Portugal kost een eenheid wijn ze maar een kwart eenheid kleding. Zij willen wijn uit Portugal importeren. En daartoe zijn Portugese producenten maar al te graag bereid. Op de Portugese markt ontvangen ze immers maar een kwart kleding per eenheid wijn.
Stel dat beide landen overgaan tot specialisatie en onderlinge handel en dat de onderlinge ruilverhouding wordt: drie wijn voor een kleding. Tabel 2 laat zien hoe de situatie is als Engeland zich volledig toelegt op het maken van wijn en Portugal zich helemaal specialiseert in het voortbrengen van kleding.
Engeland |
Portugal |
|
kleding | 50 |
30 |
wijn | 16,7 |
10 |
binnenlandse ruilverhouding |
1 :3 |
1 : 3 |
Tabel 2: Aantal uren arbeid nodig om te kunnen beschikken
over één eenheid product.
Engeland heeft voor het maken van een eenheid kleding 50
uur arbeid nodig. Die eenheid kleding kan met Portugal worden
geruild tegen drie eenheden wijn. Om te kunnen beschikken
over een eenheid wijn heeft Engeland dus voortaan maar 16,7
uur arbeid nodig (50/3) en niet 25 uur, zoals in de uitgangssituatie.
Engeland kan dus voortaan beschikken over goedkopere wijn.
En ook voor Portugal brengt de ruil voordelen. Met 10 uur
arbeid kan een eenheid wijn worden voortgebracht. Drie eenheden
wijn leveren in de ruil met Engeland een eenheid kleding
op. Kortom: met 30 uur arbeid kan Portugal beschikken over
een eenheid kleding (was 40 uur). In Portugal is de wijn
goedkoper geworden.
Zo blijkt dat ook als een van de handelspartners over de hele lijn minder efficiënt is, internationale handel toch voordelig kan zijn voor alle betrokkenen. Voorwaarde is wel dat de kostenverhouding in beide landen verschillend is. Er moet sprake zijn van een comparatief kostenverschil. In het gebruikte voorbeeld was dit het geval. De productie van kleding kostte in Engeland twee keer zoveel als de productie van wijn. In Portugal vier keer zoveel.
Floor is een platform over management en ondernemen door gebruik te maken van de mogelijkheden van internet.
Floor beoogt een hulp te zijn bij het ontwikkelen van een doelgerichte strategie en de vertaling daarvan in praktische stappen.
Op Floor.nl is in diverse categorien informatie te vinden voor managers en voor geïnteresseerden in management.
Niets is zo praktisch als een goede theorie. Daarom veel informatie over management goeroe's en wetenschappers. Ook het management jargon wordt niet vergeten.
toelichting op goeroes
De top van de hedendaagse goeroes gelden Peter Drucker, Tom Peters en Michael Porter. Drucker is de grijze eminentie onder de goeroes. Zelfs op hoge leeftijd was hij tegen flinke honoraria nog actief met lezingen etc. Porter en Peters zijn wereldbekend en hun optredens gaan gepaard met telecommunicatie, glitter en veel marketing-geweld. De verpakking doet veel sinds de jaren negentig.
Go guruMetaforen, ervaringen en/of humor kunnen gebruikt worden management processen of de organisatie te verbeteren. Hier worden triggers daartioe gegeven.
Animal Org
The missing link tussen
Organisatietheorie en dierenwereld
Floor is in 1995 als goeroe-site op het WWW gestart bij XS4ALL. Het was een samenwerkingsverband van verschillende management-consultants. Het doel was en is om business te ontwikkelen op basis van internetfaciliteiten. Nu heel gewoon, toen nog een belofte.