PRI-SYSTEMATIEK: kostenramingen in de bouw
bron: Rapport Tweede Kamer - Algemene Rekenkamer
De PRI-systematiek is een zogenaamde «p * q»-raming die de volgende stappen kent.
Stap 1: Scope bepalen
Aan de hand van de scope wordt bepaald welke posten in de raming worden opgenomen. Tevens wordt bepaald hoe deze posten worden ingevuld (hoofdgroepen, deelname, werkzaamheden en dergelijke).
Stap 2: Invoer van gegevens
Voor de vastgestelde posten worden invoergegevens verzameld en in het ramingsmodel gestopt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen «Productuitgaven» en «Directe uitvoeringsuitgaven» (voorbereiding en directievoering). Posten kennen twee waarden: een waarde voor de prijs en een voor de hoeveelheid. Deze waarden worden T-waarden genoemd. De bronnen zijn onder andere de scope (bijvoorbeeld aantallen te isoleren woningen), de gegevens over reeds uitgevoerde isolatiewerkzaamheden (bijvoorbeeld de gemiddelde eenheidsprijs voor een cluster van isolatiewerkzaamheden), reeds aangegane contracten met ondernemers (vastgestelde eenheidsprijzen).
Stap 3: risico’s bepalen
In zogeheten risicosessies worden per kostenpost risico’s benoemd, de consequenties, de waarschijnlijkheid van optreden en de categorie (onzekerheden, bijzondere gebeurtenis, onvoorzien, risico aannemer) bepaald. Er worden eveneens maatregelen ter voorkoming en beheersing voorgesteld. Veel risico’s zijn zogenoemde normale onzekerheden. In de raming zal daarmee rekening worden gehouden door het bepalen van een laagste waarde die de betreffende post in de resterende uitvoerende periode zal kunnen aannemen (de zogenaamde L-waarde) evenals een uiterste waarde (U-waarde). Dit zijn dus mogelijke afwijkingen van de T-waarden. Ze gelden voor zowel de prijs als de hoeveelheid. Het cluster KE-isolatie kent bijvoorbeeld de volgende waarden voor deelnamepercentages: T-waarde is vastgesteld op 80%, L-waarde 60% en U-waarde 90%. Het uitgangspunt is dat van alle omwonenden die in aanmerking komen voor KE-isolatie 80% zal deelnemen. Dit deelnamepercentage kan lager uitvallen. In de raming wordt er op basis van de risicosessies van uitgegaan dat dit niet lager dan 60% zal zijn. Hetzelfde geldt voor de mogelijkheid dat meer omwonenden zullen deelnemen. Daarbij wordt aangenomen dat dit niet hoger dan 90% zal zijn. Hiermee is de spreiding van de deelname-aantallen voor KE-isolatie in de raming bepaald. Op dezelfde wijze kunnen ook de kosten per woningisolatie worden bepaald, waardoor een spreiding van kosten ontstaat. Op basis van de risicoanalyse is het percentage onvoorzien vastgesteld.
Stap 4: rekenen
Aan de hand van de bij stap 2 en 3 beschreven input wordt
het totale bedrag geraamd. Per post worden T-waarden voor
hoeveelheden vermenigvuldigd met T-waarden voor eenheidsprijzen.
Dit resulteert in een totale T-waarde. Deze totale T-waarde
kent geen onzekerheidsmarges die zijn gebaseerd op de risicoanalyse
(de L- en U-waarden voor hoeveelheden en prijzen per eenheid).
Het programma RAS rekent een statistisch gemiddelde uit
dat wel rekening houdt met deze onzekerheden. Dit wordt
de Mu-waarde genoemd. De berekening geschiedde in 2001 en
2002 volgens de zogeheten MonteCarlo-simulatie:
van iedere post wordt voor zowel de prijs als hoeveelheid
een willekeurige waarde tussen de L- en de U-waarde getrokken.
Op basis van deze waarden van deze posten wordt het ramingsbedrag
berekend. Deze procedure wordt vele malen herhaald (bijvoorbeeld
10 000 maal). Uit deze herhaalde berekeningen ontstaat een
verwacht ramingsbedrag (Mu-waarde) met bijbehorende spreiding
(standaarddeviatie).
In 2003 is een andere, eenvoudiger, berekenmethode gehanteerd,
waarmee aansluiting is gezocht bij de branchebrede geaccepteerde
Standaard Systematiek voor Kostenramingen (SSK). Per post
is de Mu berekend door (L+T+U)/3.
Door verschillende rekenmethoden te hanteren kunnen ook
de uitkomsten verschillen. Indien de PRI 2003 met de MonteCarlo-methode
was berekend, waren de uitkomsten € 3,1 miljoen lager
uitgevallen (op een uitkomst van € 395 miljoen).
Stap 5: uitkomst
Op basis van de Mu-waarde en de bijbehorende spreiding wordt een kansdichtheidsfunctie verkregen met daarbij behorende kansen dat bepaalde onder- en bovengrenzen worden overschreden. Bij de PRI-raming wordt een tweezijdige overschrijdingskans gehanteerd van 15%. Bij een Mu-waarde van € 409 miljoen in de raming 2002 betekent dit dat de kans 70% is dat de het uiteindelijke bedrag tussen € 380 miljoen en € 440 miljoen ligt.
Referentie:
Floor is een platform over management en ondernemen door gebruik te maken van de mogelijkheden van internet.
Floor beoogt een hulp te zijn bij het ontwikkelen van een doelgerichte strategie en de vertaling daarvan in praktische stappen.
Op Floor.nl is in diverse categorien informatie te vinden voor managers en voor geïnteresseerden in management.
Niets is zo praktisch als een goede theorie. Daarom veel informatie over management goeroe's en wetenschappers. Ook het management jargon wordt niet vergeten.
toelichting op goeroes
De top van de hedendaagse goeroes gelden Peter Drucker, Tom Peters en Michael Porter. Drucker is de grijze eminentie onder de goeroes. Zelfs op hoge leeftijd was hij tegen flinke honoraria nog actief met lezingen etc. Porter en Peters zijn wereldbekend en hun optredens gaan gepaard met telecommunicatie, glitter en veel marketing-geweld. De verpakking doet veel sinds de jaren negentig.
Go guruMetaforen, ervaringen en/of humor kunnen gebruikt worden management processen of de organisatie te verbeteren. Hier worden triggers daartioe gegeven.
Animal Org
The missing link tussen
Organisatietheorie en dierenwereld
Floor is in 1995 als goeroe-site op het WWW gestart bij XS4ALL. Het was een samenwerkingsverband van verschillende management-consultants. Het doel was en is om business te ontwikkelen op basis van internetfaciliteiten. Nu heel gewoon, toen nog een belofte.